last days of a cross
1999
geschreven voor het microtonaal Enharmonisch (48-toons) Vogel-Stamm Orgel
video en performance Mendel Hardeman
muziek Mendel Hardeman, J S Bach
lengte 18'03"
oorspronkelijk formaat videoperformance met live muziek en een LP
“last days of a cross” ontstond heel onverwachts. Ik liep rond in de buurt waar ik woonde toen ik langs een kerk kwam die voorbereid werd om gesloopt te worden. Ik rende meteen naar het Conservatorium waar ik studeerde, leende een oude camera van de technische dienst, en ben het gaan filmen. In de vijf dagen die daarop volgden was ik getuige van een heftig en ontroerend schouwspel.
Tot op die dag had ik nog nooit een camera aangeraakt - het was zelfs nog nooit in me opgekomen om iets te filmen. Het feit dat de camera nu mijn belangrijkste werktuig is, is dus te danken aan deze kerk die gesloopt werd.
Terwijl de buldozers in gereedheid werden gebracht las ik als een bezetene in de handleiding om te ontdekken hoe de camera werkte. Ik heb er uiteindelijk vijf volle dagen gezeten, langs het hek dat om het kerkplein was geplaatst zodat ik enkel door de tralies heen kon filmen - gelukkig had de camera een sterke zoom. Eigenlijk wachtte ik op het moment waarop ze aan de toren zouden beginnen - een smal hoog torentje met een heel mooi, eenvoudig wit kruis erop. Ze bewaarden de toren voor het laatst, in een soort eerbied. Het moet voor de slopers ook een vreemde ervaring zijn geweest een kerk te slopen.
In dezelfde tijd werkte ik aan een muziekstuk voor een heel bizar instrument - een enorm microtonaal pijporgel, ontwikkeld door de Duitse organist Hans-André Stamm en prof. Dr. Martin Vogel van de Univeriteit in Bonn, het Enharmonische Pijporgel. Het kon 48 tonen in een octaaf spelen, oftewel elke halve-toonsafstand was onderverdeeld in 4 microtonale stappen, en het kon bespeeld worden via een ontzettend ingewikkeld toetsenbord of via een computersysteem op een oude ATARI. Ik componeerde hiervoor traag ontwikkelende herhalende klankpatronen gebaseerd op complexe intervallen uit een reeks van alle priemgetallen van 2 tot 397, in een soort ”priemgetallenwiel” dat ik had ontworpen. Een zuiver mathematische benadering - de enige manier waarop ik met zo'n monsterlijk instrument om kon gaan.
Ik was heel blij toen ik ontdekte dat deze twee elementen - het microtonale orgel en de gesloopte kerk - heel goed samen gingen, en daaruit ontstond de performance. Mijn gevoelens tegenover de kerk en religie in het algemeen waren op dat moment heel ambigu. Als zoon van een predikant, en als ex-student Theologie, wist ik al geruime tijd niet meer wat al die dingen nou precies voor mij betekenden. Ik moet zeggen dat ik er nog altijd niet uit ben, maar deze performance werkte als een catharsis: de climax van de sloop, waar de muziek ook haar hoogtepunt bereikt, is het moment waarop de toren omvalt en het kruis bedolven wordt onder een enorme wolk stof en gruis. Ik had een speciaal projectiescherm laten maken, dat in het midden openscheurde als er aan een touw werd getrokken. Op het moment dat het kruis verdween in de ravage scheurde het projectiescherm open, net als de voorhang in de tempel op het moment van Jezus' dood. Door de opening in het gescheurde scherm zag je een ander scherm, daarachter, gemaakt van ruwe jute. Daarop werd een rood bloedend kruis geprojecteerd, terwijl ik het podium opklom, het gescheurde doek losmaakte en eerbiedig opvouwde. De witte bundels droeg ik naar een hoek van het podium, waar ze werden neergelegd naast een oude pick-up speler die in de stilte na de sloop uit zichzelf was begonnen te spelen - een heel droevig deel uit de Johannes Passion van J S Bach, “deine Jesus ist tot” - “jouw Jesus is dood . . .”
uitvoeringen
04.11.99, Kees van Baarenzaal, Den Haag
video, performance en live orgel
06.04.00, de Badcuyp, Amsterdam
video, performance, soundtrack op band
25.07.04, Moni Myrthidia, Kythira, Griekenland
video versie
Mendel Hardeman archief 1999-2006
zingend oog
singing eye