de Zingende Camera
2004
onderzoek ter ontwikkeling van een nieuw muziekinstrument -
een non-digitale beeldgestuurde geluidssynthesizer.
in opdracht van Muziekwerkplaats de Trampoline, Amsterdam
muziek Mendel Hardeman
uitgevoerd door Gośka Isphording
uitgevoerd door Susanne Dick
uitgevoerd door Tomoki Sumiya
Als je het signaal van een videocamera in een audiosysteem plugt, hoor je een brom van 50Hz. Dat is het synchronisatiesignaal dat gebruikt wordt om de beelden op de juiste manier te vertonen. Het is zo sterk dat het, voor het oor, alle overige informatie in het signaal overstemt. Als het je lukt om deze sync-signalen weg te filteren, blijft er enkel een zuivere vertaling van LICHT naar VOLTAGE over.
Als een camera licht ziet, produceert het een electrisch signaal van hoge amplitude. Een donker plaatje wordt vertaald naar een lage amplitude. Elke seconde scant de camera het beeld 50 maal, waardoor er een 50Hz periode ontstaat in de voltage. Deze voltage kan hoorbaar gemaakt worden door de kabel simpelweg in een audiosysteem te steken. Met andere woorden: een camera kan zodanig gemodificeerd worden dat het een geluidssynthesizer wordt.
Dit idee was het beginpunt van mijn onderzoek.
Nadat je een manier hebt gevonden om de sync-informatie uit het signaal te filteren kun je video horen.
Niet een interpretatie van het signaal door bijvoorbeeld een computer Š het is de video zˇlf die je hoort. Als je vervolgens de camera gebruikt om een patroon van horizontale zwart-wit balken te scannen, zal elke witte balk een puls produceren, en elke zwarte balk een stilte. Zo wordt de camera een pulsgenerator, en de hoeveelheid zwarte en witte balken bepalen de frequentie die je hoort. Hoe minder balken de camera ziet, hoe lager de frequentie. Hoe meer balken, hoe hoger. Hoe dichter de camera zich bij het patroon bevindt, hoe minder balken hij ziet. Als je de camera langzaam van het patroon af beweegt krijgt hij een groter overzicht en ziet dus meer balken. Zo ontstaat een glissando langs alle beschikbare tonen.
In dit project werden de musici van een barokensemble uitgerust met kleine zwart-wit bewakingscameras. De blokfluitiste kreeg er een gemonteerd op het uiteinde van haar instrument; de clavecimbeliste had er twee, een aan elke polt; de violonist had er een op zijn voorhoofd.
De klankkleur (timbre) verschilt naar gelang van het gefilmde patroon. Het timbre kan be•nvloed worden door veranderingen in de helderheid van wit of zwart. Het vari‘ert ook met de breedte van de witte balken ten opzichte van de zwarte. Het geluid wordt ruwer door de invoering van ruis (textuur) in het beeld, in plaats van zuiver zwart en wit. De scherpte van de klank wordt be•nvloed als de overgang van wit naar zwart minder scherp wordt, en ook door kanteling van de camera: als een balk niet volkomen recht is wordt de toon minder helder. De focus van de camera kan gebruikt worden om het geluid scherper of minder scherp te maken, en werkt hiermee als een low-pass filter.
Door verschillende patronen in ˇˇn beeld te vermengen ontstaat een interval in plaats van een enkele toon.
Muziek kan dus letterlijk getekend worden. Elk patroon van licht en donker is bruikbaar: een zwarte tekst op een wit blad; een muur van lichte bakstenen met donker cement; een zebra; het toetsenbord van een clavecimbel.
Een nieuw instrument,
met vele mogelijkheden,
die er enkel op wachten ontdekt en benut te worden.
Ź
Mendel Hardeman archief 1999-2006
zingend oog
singing eye